Drie misvattingen over het pulsen van ontstoffingsfilters
- 16 oktober 2017
- Kelvin van Herwijnen
- Onderwerp: Industrie
Hoe stelt u pulssystemen van ontstoffingsinstallaties optimaal af? Intuïtief zijn veel productiebedrijven geneigd om pulssystemen zo hard en zo vaak mogelijk te laten pulsen. Ze denken dat filters hierdoor schoner worden en uiteindelijk beter gaan functioneren. Het tegenovergestelde is waar. Vlint zette voor u de drie hardnekkigste mythes over het afstellen van pulssystemen op een rij.
Filterprincipe ontstoffingsfilters
Om de drie misvattingen over pulsen te begrijpen is het belangrijk om te weten dat vrijwel alle ontstoffingsfilters volgens het principe van ‘oppervlaktefiltratie’ werken. Dit houdt in dat de buitenzijden van filters een groot deel van het stof opvangen, zodat zich een stofkoek vormt. Deze stofkoek is essentieel voor het filtratieproces, omdat het werkt als belangrijke filterlaag.
Misvatting 1: vaak pulsen verlaagst de emissie van ontstoffingsinstallaties
Door vaak te pulsen bouwt de oppervlakte van een filter moeilijk stofkoek op. Het ontbreken van deze extra filterlaag zorgt dat kleine stofdeeltjes de kans krijgen om door het filtermedium heen te dringen. Wie in een laboratorium de filtercapaciteit van een ontstoffingsinstallatie meet, ziet dit heel duidelijk. Direct na het wegblazen van de stofkoek bij pulsing geven stofmonitoren dan een kleine emissiepiek weer. Naar mate de stofkoek zich vervolgens opbouwt, neemt de emissie af.
Misvatting 2: vaak en hard pulsen vertragen het verzadigingsproces van filters
Opnieuw is het frequent wegblazen van de stofkoek de reden waarom deze stelling niet opgaat. Door het wegvallen van de stofkoek komen niet alleen veel kleine stofdeeltjes door het filter heen, maar blijven ook diverse stofdeeltjes diep in het filter hangen. Ondanks harder of nog vaker te pulsen lukt het niet meer om deze deeltjes er nog uit te krijgen. De verzadiging van het filter heeft dan al plaatsgevonden.
Misvatting 3: door vaak en hard pulsen gaan filters langer mee
Ook dit klopt niet. Dit komt allereerst door het bovengenoemde probleem met de verzadiging van de filters. Verzadiging betekent dat de ΔP, oftewel het drukverschil voor en achter het filter, snel oploopt en na het pulsen niet meer wegvalt. Er ontstaat zogenoemde stress op het medium. Uiteindelijk is er een grote kans dat door de verzadiging filters gaan scheuren of lekken.
Vaak en hard pulsen zorgt daarnaast dat filters, in het bijzonder filterzakken, veel in beweging zijn. Tijdens het ontstoffingsproces wordt een filter tegen de filterkorf gezogen en bij het pulsen klapt hij weer naar buiten. Daarbij beweegt het filter over de langsdraden van de korf. Wordt een filter vaak en hard gepulsd, dan wordt hij vaak en hard over de langsdraden getrokken. Uiteindelijk beschadigen filters hierdoor snel.
Hoe moeten pulssystemen dan worden afgesteld?
Wie zijn systeem perfect wil afstellen, kan het best een expert inschakelen voor advies. Die zal het filtertype, de pulstijd en het te filteren product op elkaar afstemmen en de kritische grens voor het drukverschil van een filter bepalen. Vervolgens zal hij de ontstoffingsinstallatie aanzetten en opnemen hoe lang het duurt voor de kritische grens bereikt wordt.
De expert zal op basis van deze test de installatie zo afstellen dat het pulsen precies plaatsvindt vóór het moment dat de installatie deze grens overschrijdt. Op die manier is een minimale hoeveelheid pulsing nodig. Met als resultaat: langere standtijden van filters, minder stilstand door wisseling, besparing van perslucht en minder emissie.
Gratis whitepaper over standtijdverlenging van filters
Meer weten over pulssystemen en het verlengen van de levensduur van ontstoffingsfilters?
Download de gratis whitepaper van de experts van Vlint met tien adviezen voor het verlengen van standtijden.